Oosterzele – Een gemeente gelegen in het midden op de verticale as tussen Gent en Zottegem, horizontaal op gelijke afstand van enerzijds Deinze en aan de andere kant Aalst. Het was zondag 8 september ‘the place to be’ voor de snelste duif op de voorlaatste nationale vlucht, gelost te Argenton.
Met een gemiddelde snelheid van bijna 1884 m/min mogen we wel degelijk van een ‘heel snelle’ spreken, want de afstand van 511 km werd afgehaspeld in amper 4 uur en 31 minuten. Een krachttoer die ze zich bij de familie Leus ongetwijfeld nog lang zullen heugen. En daar komt dan nog bij dat ’s morgens van Noyon al een 1e prijs tegen 2288 j.d. in Dendervallei kon bijgeschreven worden!
All in the family
Team Leus is eigenlijk de ganse familie met als hoofdacteurs grootvader Karel (76), zijn zoon Koen (46) en diens zoon Jarne (16). De duivensport is er gemeengoed en voor het uitvoeren van de dagelijkse taken wordt elkeen op zijn beste positie ingeschakeld.
Misschien mogen we wel stellen dat Koen de aanvoerdersband draagt, want hij is het immers die de grote lijnen uitzet. Karel is de ervaringsdeskundige die zich vooral op de voeding van de pluimenbollen toelegt. Hij staat er op dat ze goed eten krijgen, maar ze moeten ook ogenblikkelijk luisteren. De jongste van het team, Jarne, tracht in de voetsporen van zijn voorvaderen te treden en moet het voorlopig doen met taken die hij van hen opgelegd krijgt.
Eén van de betrachtingen van Koen is het opbouwen van een eigen stam van duiven, waarmee ze kunnen deelnemen vanaf de eerste snelheidsvluchten tot en met de nationaals op de grote halve fond. Langs de andere zijde hecht hij veel belang aan eenvoud en regelmaat waarbij de gevederde beestjes elke dag volgens hetzelfde stramien verzorging krijgen.
Met de jongen dus
Jaarlijks krijgen meer dan 200 jonkies een ring aan hun poot, een aantal dat echt nodig is, vertelt Koen.
“Doordat in onze provincie de snelheidsvluchten provinciaal gelost worden, zijn bij de eerste vluchten de verliezen vaak aan de hoge kant. Daarom hebben we dit jaar voor het eerst onze jongen opgesplitst. De groep die uit de snelheidsduiven (voor vluchten tot max. 165 km) werd gekweekt, plaatsten we op een apart hok en kreeg een ander programma. Met het gevolg dat de verliezen bij deze groep miniem zijn en we mogen spreken van een geslaagd experiment.
De overige jongen kregen een ander onderkomen en werden allen opgeleid voor de kleine en grote halve fond. Ze werden verduisterd en tot op heden bijgelicht. Tot een 14-tal dagen voor Bourges zaten ze nog samen, vanaf toen gingen ze de mand in op de schuifdeur.
Opleren doen we pas als ze er klaar voor zijn en de jonge garde laat dat graag zien als dat zo is. Lang en voldoende trainen, maar ook tot meer dan een half uur van huis weg vliegen, zijn goede indicatoren. Gedurende de dag verblijven ze in een open ren, afgeschermd met windbreekgaas. Dat is nodig ter vermijding van de ogenziekte, een ervaring die ondertussen al door heel wat andere liefhebbers wordt gedeeld.”
Met de oude duiven
Koen: “Naast het jonge geweld wordt er jaarlijks met een 50-tal duivers op zuiver weduwschap gespeeld, op vluchten vanaf de snelheid tot de grote halve fond. Met de geleverde prestaties van het afgelopen seizoen, mogen we zeker niet klagen. Het is dan wel enkel met doffers, want sinds enkele jaren verhuizen onze jonge duivinnen na het seizoen naar de hokken van Rudi Vandeputte te Lemberge. Het is in vogelvlucht slechts 6,6 km van hier, maar toch wel een klus om ze elk jaar over te gewennen. Normaal gaat dat vrij goed, maar dit jaar viel het wat tegen. Bij Rudi worden ze gespeeld in een andere zone (A3 i.p.v. B1) en hij haalt er behoorlijke resultaten mee. Langs de andere kant is Rudi ook niet de eerste de beste, hij vormde vroeger immers nog een tridem met Tom Van Gaver en Johan De Vroe.
Eveneens is er nog Ludwig Plevoets uit Nieuwerkerken waarmee elke jaar een aantal piepers geruild worden. Onderling hebben we een perfecte match en het is altijd plezant om te mee te maken wanneer je duiven op een ander ook goed presteren.”
Argenton
Het was Rudi opgevallen dat de ‘407’ tot nu toe hun beste junior van dit seizoen was. Om die reden vond hij dat de nestzus ‘406’, die wat minder presteerde, een extra test verdiende op deze Argenton. Hij had wel gezien dat er prille liefde mee gemoeid was, maar nooit had hij kunnen denken dat dit blauwe duivinnetje tot deze superstunt in staat was. Wel moet hij toegeven dat uit beide ouders al eerder enkele goede prestatieduiven werden getrokken. De vader van ‘Estella’ kwam er via een aankoop bij Franky Appelmans in het Limburgse Pelt, de moeder is van bij hun goede vriend Rudi Vandeputte. In de pedigree kan men vaststellen dat het een afstamming met zeer mooie referenties betreft.
Met de voeding, die allemaal uit zakken van Versele-Laga komt, wordt niet veel geschipperd. De jongen kregen tot en met de eerste vlucht kweekmengeling voorgeschoteld. Waarna overgeschakeld werd op Gerry Plus en Champion Plus, hetgeen ook bij de andere vliegduiven de voerbak in gaat.
Tenslotte vertelt Koen ons nog dat duivensport samengevat kan worden tot ‘TGV’. De ’T’ van trainen, de ‘G’ van gezondheid en de ‘V’ van verzorging, voor hem de drie pijlers waar het succes met de duivenhobby op berust.
Proficiat met deze knalprestatie en wie weet naar wat er allemaal nog gebeuren zal. Tot de volgende!
(De Duif - 11-09-2024)